Corpovenista vraagt zich af of huidige en toekomstige huurders beter kunnen worden bediend, als de doelgroep van sociale huisvesting in plaats van als één homogene groep, als een verzameling van verschillende doelgroepen wordt bezien.
Woningcorporaties zijn er voor een doelgroep. Wie bij een corporatie terecht kan voor een huurwoning, wordt bepaald door het gezinsinkomen op het moment dat het huurcontract ingaat. Deze systematiek heeft naast voordelen ook nadelen. Bijvoorbeeld: wie snel een woning zoekt, kan niet altijd snel worden geholpen. Wie eenmaal een sociale huurwoning heeft, verhuist niet snel. Doelmatigheid bij de toewijzing van woningen is geen garantie voor doelmatigheid na verloop van tijd. Bovendien beheersen corporaties een groot deel van de Nederlandse woningmarkt. Veel gehoorde kritiek is dat ze daarmee ander aanbod verdringen. Ook verschilt de behoefte aan sociale huurwoningen per woningmarktregio. Aan deze verschillen wordt op dit moment weinig invulling gegeven.
Corpovenista en het Minsterie van Binnenlandse Zaken (BZK) laten daarom samen een verkenning uitvoeren naar de diversiteit binnen de doelgroep van sociale huisvesting. Inzet is om te komen tot een typologie van deelgroepen, die aansluit bij de maatschappelijke behoeften en relevantie heeft voor het toekomstig woonbeleid. De achterliggende gedachte is dat daarmee huidige en toekomstige huurders beter kunnen worden bediend.
De startvraag is: welke dimensies zijn dan behulpzaam? De verkenning begint met de volgende drie: financiële mogelijkheden in relatie tot de regionale woningmarkt, de mate van eigen kracht (wooncoöperaties) dan wel onzelfstandigheid (begeleid wonen) en de vraag hoe langdurig of hoe tijdelijk (campuscontracten) de behoefte aan ondersteuning is.
De verwachting is dat met deze drie invalshoeken gekomen kan worden tot een typologie van deelgroepen, die elk een verschillende behoefte aan ondersteuning bij hun huisvesting hebben. De zoektocht wordt uitgevoerd door Wouter Rohde, voormalig stuurgroeplid en mede-initiatiefnemer van Vooruit naar de Kern. Met RIGO en het Verweij-Jonker Instituut, beide ook actief met het onderwerp bezig, worden in de verkenning de lijnen kort gehouden: als het verkennend onderzoek bruikbare resultaten oplevert is een kwantificering een nuttige vervolgstap.
Op 17 maart zullen de eerste resultaten ter discussie staan op het kenniscongres ‘Vernieuwing Verbinden’ van Corpovenista .